Vernietiging franchiseovereenkomst door schending van de standstill-periode

Rechtbank Midden-Nederland: ECLI:NL:RBMNE:2025:2969
Datum uitspraak: 25 juni 2025

Inleiding

De Wet franchise heeft sinds 2021 het speelveld tussen franchisegever en franchisenemer aanzienlijk veranderd. Een van de centrale beschermingsmechanismen is de standstill-periode: een periode van minimaal vier weken waarin de aspirant-franchisenemer alle relevante informatie moet krijgen om een weloverwogen keuze te maken. In een recent vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland werd dit vereiste opnieuw stevig benadrukt.
Opvallend is dat pas tijdens de procedure duidelijk werd dat de franchisegever deze periode niet had nageleefd. Toch kon de franchisenemer met succes de overeenkomst buitengerechtelijk vernietigen. Dit bevestigt dat de rechter geen ruimte heeft om van de wettelijke sancties af te wijken.

Kern van de zaak

De zaak draaide om een franchiseovereenkomst die op 6 april 2023 werd gesloten. De eiser, een aspirant-franchisenemer, zou onder de formule van de gedaagde een vestiging openen in Tanger (Marokko). Hij had hiervoor al €21.250 betaald als deel van de instapvergoeding.

Kort na het sluiten van de overeenkomst liep de samenwerking spaak. De franchisenemer stelde dat de franchisegever niet had voldaan aan de informatieverplichtingen en dat daarom de overeenkomst vernietigbaar was. Hij riep deze vernietiging in en vorderde terugbetaling van zijn inleg.

De franchisegever bestreed dit. Zij stelde dat juist de franchisenemer zijn verplichtingen niet was nagekomen en eiste in reconventie een aanzienlijke schadevergoeding van €45.000.

De standstill-periode

De artikelen 7:913 en 7:914 BW schrijven voor dat een franchisegever ten minste vier weken voor het sluiten van de overeenkomst alle essentiële informatie schriftelijk en blijvend aan de kandidaat-franchisenemer moet verstrekken. Dit omvat onder meer:

  • het ontwerp van de franchiseovereenkomst en bijlagen;
  • gegevens over vergoedingen en investeringen;
  • de financiële positie van de franchisegever;
  • financiële gegevens van ten minste één vergelijkbare onderneming binnen de formule.

Deze periode dient om de franchisenemer te beschermen tegen overhaaste of ondoordachte beslissingen en heeft het karakter van dwingend recht. Wordt de standstill niet nageleefd, dan kan de franchisenemer de overeenkomst vernietigen (art. 3:40 lid 2 BW jo. 7:917 BW).

De zitting

Tijdens de zitting op 27 mei 2025 kwam naar voren dat de franchisegever cruciale informatie niet had verstrekt. Sterker nog: zij verklaarde openlijk dat bepaalde stukken bewust waren achtergehouden. Zo werd geen inzicht gegeven in de eigen financiële positie en bleef het operationele handboek buiten bereik omdat de franchisenemer de volledige instapvergoeding nog niet had voldaan.

Pas door deze verklaring van de franchisegever zelf werd duidelijk dat de standstill-periode daadwerkelijk was geschonden. Tot dat moment was dit punt door de franchisenemer wel aangevoerd, maar het bewijs kwam pas tijdens de behandeling aan het licht.

Oordeel van de rechtbank

De kantonrechter was helder: de franchisegever had de standstill-regels geschonden en daarmee haar wettelijke verplichtingen niet nageleefd. Het verweer dat de informatie mondeling was gedeeld, werd resoluut verworpen. De wet schrijft immers voor dat de informatie “ongewijzigd toegankelijk” moet blijven voor de franchisenemer.

De vernietiging door de franchisenemer (via brief van 8 mei 2025) werd daarom rechtsgeldig geacht. De overeenkomst had nooit bestaan en de betaalde bedragen waren onverschuldigd betaald. De franchisegever werd veroordeeld tot terugbetaling van de €21.250, vermeerderd met rente. De vordering tot schadevergoeding strandde eveneens. Door de terugwerkende kracht van de vernietiging was ontbinding niet meer mogelijk en ontbrak een juridische grondslag voor enige schadevergoeding.

Geen ruimte voor rechterlijk maatwerk

Het opvallende in deze zaak is dat de daadwerkelijke schending van de standstill pas tijdens de zitting boven water kwam. Toch had dit geen invloed op het rechtsgevolg: de franchisenemer kon de overeenkomst rechtsgeldig vernietigen. De rechter had geen ruimte om dit effect af te zwakken of te compenseren. De sanctie van vernietiging volgt rechtstreeks uit de wet. Daarmee wordt nogmaals bevestigd dat de bescherming van de franchisenemer niet afhankelijk is van de omstandigheden van het geval of van de redelijkheid van de gevolgen voor de franchisegever.

Betekenis voor de praktijk

Dit vonnis benadrukt drie belangrijke lessen. Allereerst moeten de standstill-verplichtingen strikt door franchisegevers worden nageleefd. Bewuste achterhouding van informatie kan leiden tot een vernietiging met terugwerkende kracht en volledige terugbetaling van ontvangen bedragen. Voor franchisenemers geldt dat als pas tijdens een procedure blijkt dat informatie niet is verstrekt, vernietiging met succes kan worden ingeroepen. De wet biedt bescherming, zelfs wanneer de bewijsvoering pas later rondkomt. De rechter kan niet ‘creatief‘ omgaan met de gevolgen van een schending. De wet legt op dat vernietiging mogelijk is, met alle financiële consequenties van dien.

Conclusie

De uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland laat zien dat de standstill-periode niet slechts een formaliteit is, maar een harde waarborg voor de franchisenemer. Ook als pas tijdens een procedure blijkt dat deze periode is geschonden, kan vernietiging rechtsgeldig worden ingeroepen. De rechter kan en mag niet afwijken van de wettelijke gevolgen. Dit vonnis bevestigt dat de Wet franchise in de praktijk daadwerkelijk tanden heeft: wie de regels niet naleeft, riskeert dat een overeenkomst met terugwerkende kracht verdwijnt.

Over ons

Wij adviseren zowel franchisegevers als franchisenemers bij vragen over (handhaving van) standstill-periodes en andere franchiserelevante kwesties. Neem gerust contact op bij onzekerheden of een specifiek geval.